woensdag 16 januari 2013

Mens en ...: brief over film

Dag mijn lieve vriendin,
Ik schrijf je deze brief omdat ik je iets wil vertellen over een film die ik onlangs heb gezien. De film heeft zo’n indruk op mij nagelaten dat ik het aan jou even kwijt moet. Nu ben je wel benieuwd over welke film ik het heb, hé? Het is wel een Franse film, maar dat vond ik niet erg. De film heet ‘Il y a longtemps que je t’aime’ en dateert van 2008. Ken je die film of heb je hem zelf al gezien? Het verhaal speelt zich af in Frankrijk (Nancy) en de twee hoofdpersonages Juliette en Léa worden vertolkt door Kristin Scott Thomas en Elsa Zylberstein. Je zult zeker al wel gehoord hebben van Kristin Scott Thomas. Ik heb haar alleszins in andere films al zien spelen. Van Elsa Zylberstein, die Léa speelt, had ik nog nooit gehoord. Jij? Ik zal je kort uitleggen waarover de film gaat, zodat je begrijpt waarom ik je deze brief schrijf. Juliette en Léa zijn zussen die elkaar terugvinden nadat Juliette 15 jaar in de gevangenis heeft gezeten. Léa is getrouwd met Luc en heeft twee kinderen. In het begin van de film wordt Juliette vrijgelaten en ze zit aan een tafeltje te roken. Ze ziet er moe uit en afgeleefd. Ze ziet er eigenlijk echt niet goed uit. Even later komt Léa haar ophalen. Ze zeggen niets tegen elkaar, kijken elkaar aan en vertrekken. Blijkbaar, dat wordt later in de film duidelijk, heeft ze haar eigen zoon vermoord. Kan je je dat inbeelden? Ik geloofde het eigenlijk niet, maar het zal wel zo geweest zijn, want anders zou ze toch geen 15 jaar in de gevangenis gezeten hebben. Léa neemt Juliette mee naar haar huis en biedt haar zus dus onderdak. Ik vind dat echt een mooi gebaar van Léa, ze is zo zachtaardig en begripvol. Ik kijk echt naar haar op. Léa neemt Juliette overal mee op sleeptouw, ze gaan samen zwemmen of wandelen met de kinderen. Juliette zegt niet veel en ze ziet er nog steeds niet al te goed uit, vind ik. Ik denk dat haar wereld een beetje op zijn kop staat. Uiteindelijk moet ze helemaal opnieuw beginnen hé, want ze zat 15 jaar opgesloten tussen vier muren, bij wijze van spreken. Ze moet haar leven een nieuwe kans geven en je ziet dat ze het daar moeilijk mee heeft. Ze moet opnieuw werk zoeken, zich aanpassen in het gezinsleven van Léa en Luc, babysitten op de kinderen van Léa en Luc, enzovoort. Ze vindt natuurlijk niet meteen werk omdat ze bij elk sollicitatiegesprek gevraagd wordt waarom ze zo lang in de gevangenis heeft gezeten. Op één van die gesprekken zei de man zelfs dat, als je voor zo’n lange tijd in de gevangenis zit, je toch een moord hebt begaan. En toen zei Juliette dat ze haar eigen zoon heeft vermoord. “Buiten!” riep die man “buiten!”. Stilaan bouwt Juliette terug een eigen leven op. Ze geniet duidelijk van momenten dat ze tot rust kan komen, zoals op een bankje in het park een boek lezen bijvoorbeeld. Op een gegeven moment is er een feest en zitten er allemaal mensen rond de tafel. Plots vraagt één man: ‘Mais qui est Juliette?’. De mysterieuze Juliette, die ze nog nooit eerder gezien hebben, waar was ze dan al die jaren? Waarop Juliette antwoordt: ‘Ik heb 15 jaar in de gevangenis gezeten, voor moord’. Iedereen schatert het uit, omdat niemand zoiets gelooft natuurlijk. Ik vind het wel ongelooflijk dat Juliette altijd zo rustig blijft. Maar ik denk dat ze het vanbinnen soms wel eens uitschreeuwt. Meer naar het einde van de film toe wordt stilaan duidelijk waarom ze haar eigen zoontje, Pierre noemt hij trouwens, vermoord heeft. Op een bepaald moment vertrekt Juliette uit haar kamer en ze laat een blaadje vallen. Het jongste dochtertje van Léa vindt dat blad en geeft het aan haar moeder. Op dat blad staat aan de ene zijde een mooie tekening, aan de andere zijde resultaten van een medisch onderzoek. Op dat moment had ik al door dat ze haar kind dus niet zomaar heeft vermoord, maar dat het misschien op sterven lag en dat ze het uit zijn lijden verlost heeft. Ik leefde volledig met haar mee en toen Léa Juliette ermee confronteerde barstte ik in tranen uit. Het was zo echt, zo kwetsbaar. Eindelijk zag je Juliette huilen en roepen. De altijd zo rustige, in zichzelf gekeerde Juliette, barstte nu in tranen uit en was volledig over haar toeren. Ze vertelt uiteindelijk dat Pierre zo ziek was, dat ze het niet meer kon aanzien, en dat ze er zelf een eind aan heeft gemaakt. Ik zat daar in de zetel met mijn zakdoeken bij de hand. Er viel precies zelf een last van mijn schouders. Eindelijk wist ik waarom ze haar zoon heeft vermoord, en ik begreep het. Ik kan natuurlijk niet weten wat ik zou gedaan hebben in dezelfde situatie, maar het moet verschrikkelijk zijn om je eigen kind zo te zien creperen. Je weet hoe medelevend ik ben, hé, en hoe ik altijd volledig zelf in de film zit of in het personage. Ik denk dan altijd na over mijn eigen leven, of ik gelukkig ben of niet. De boodschap die ik uit die film haal is dat we nooit mogen opgeven. Het leven gaat met vallen en opstaan, en ook al heb je 15 jaar in de gevangenis gezeten, toch moet je je leven daarna terug opbouwen. Ik denk dat dat ook de boodschap is die de regisseur wil overbrengen; dat we altijd opnieuw kunnen beginnen. De dingen des leven, zoals werken en jezelf kunnen onderhouden, zoals liefde en genegenheid geven en krijgen, zoals hulp bieden en verantwoordelijkheid tonen, die dingen kan je iedere dag opnieuw. En laat je eens een steek vallen, dan raap je hem gewoon weer op. Maar het allerbelangrijkste in het leven is liefde! Liefde van de mensen rondom je, je bent nooit alleen op deze wereld. Dat is eigenlijk ook een boodschap die in de film vervlochten zit, denk ik, dat je nooit alleen bent. Er zijn zoveel mensen die voor je klaarstaan, maar soms besef je dat niet. Jij hebt dat waarschijnlijk ook al wel eens gehad? Ik alleszins wel, hoor. Als ik in de put zit, dan weet ik niet goed wie ik om hulp moet vragen. Ik denk dan meestal dat ik een last ben, maar wanneer ik dan uit onverwachte hoek toch steun en toeverlaat krijg ben ik altijd verwonderd van het aantal mensen die met mij meeleven. Ik herkende toch een aantal passages in de film uit mijn eigen leven. Het moment bijvoorbeeld dat Juliette de piano ontdekt op zolder, en met veel geduld P’tit Lys leert piano spelen. P’tit Lys is het oudste dochtertje van Léa. Ze is geadopteerd. Ik moest meteen denken aan de momenten dat ik met mijn mama aan de piano zat. Weet je dat nog? Jij kwam ook vaak langs bij ons. Ik denk zelfs dat wij samen nog gespeeld hebben. Dat is al lang geleden, hé. En die gezinssituaties zoals verse broodjes bakken en ovenkoeken en daarna allen gezellig aan de tafel zitten. Dat zijn momenten die ik altijd zal koesteren. Mijn mama maakte altijd verse broodjes en het was altijd een eetfestijn bij ons, met al mijn broers en zussen aan tafel, en vrienden en vriendinnen van mijn broers en zussen. En ook jij was er vaak bij. Dat waren leuke tijden, hé, die zal ik nooit vergeten. Wat ik je vooral wou zeggen met deze brief was dat je nooit mag opgeven. Het leven is soms eens lastig en we maken allemaal fouten, maar dat is niet erg. Wij zijn allebei redelijk perfectionistisch en we vinden het een ramp als eens iets fout gaat, maar eigenlijk moeten we niet zo streng zijn voor onszelf. Fouten maken hoort nu eenmaal bij het leven, en we moeten eruit leren. Met vallen en opstaan komen we er wel! Ik vond het echt een supermooie film, waarover ik eens goed gefilosofeerd heb J. Wil je hem ook eens zien? Ik heb hem thuis nog liggen, je moet hem dan maar eens lenen. Ik heb nu eigenlijk wel al de helft van de film verklapt, hé. Ik zie of ik hoor je nog wel, hé.
Vele groetjes
Lies

maandag 14 januari 2013

Mens en ...: Filmverwerking volgens sjabloon

Filmverwerking: Il y a longtemps que je t’aime
Deze film vind ik, samengevat in drie kernwoorden, rakend, bezinnend en ingrijpend.
Veel van de onderlinge relaties, gevoelens en ideeën uit de film zijn herkenbaar. De relatie tussen Léa en Juliette, de twee zussen, is voor mij herkenbaar. Mijn zus is eerder zoals Juliette, gesloten en afwachtend en ik ben eerder zoals Léa, beschermend en een open persoon. Naarmate ze elkaar terug beter leren kennen vlotten de conversaties wel, maar het is vooral Léa die aan het woord komt. Ze wil haar zus op haar gemak stellen, maar Juliette is vaak afwezig. Toch is de bloedband een sterk gegeven, waardoor ze elkaar toch op één of andere manier terugvinden. Op het moment dat ze allebei aan de piano zitten en hun liedje spelen en zingen, groeit er een enorm vertrouwen. Het is precies of ze elkaar weer kennen, of ze de relatie die ze vroeger als kind hadden terug herkennen. Mijn zus en ik speelden vroeger ook vaak samen muziek, ik piano en zij dwarsfluit. De gevoelens die Léa ervaart met haar zus zijn voor mij herkenbaar. Ze is erg medelevend en zachtaardig. Ik zou net hetzelfde gedaan hebben voor mijn zus!
Juliette mag bij haar zus intrekken en ze ontdekt op een gegeven moment dat er op de zolder een piano staat. De momenten dat Juliette het oudste dochtertje van Léa (P'tit Lys, 8 jaar) piano leert spelen vind ik één van de mooiste scènes. Ze leert haar het liedje ‘A la claire fontaine’ spelen, de track van de film en tevens hét liedje dat Léa en Juliette als kind samen speelden en zongen. Juliette legt haar geduldig uit hoe en met welke vinger ze op welke toets moet drukken. Ze is heel erg geduldig met het kleine meisje. En dat had ik niet verwacht, vooral omdat ze in het begin van de film heel erg gesloten was. Toen ik hen beiden zag zitten op het pianobankje, kreeg ik zelf een flashback naar een aantal jaren geleden. Toen ik in het vierde leerjaar zat, en toen in het tweede jaar op de muziekschool zat, mocht ik een instrument kiezen. Piano vind ik één van de mooiste instrumenten die meerdere akkoorden doet samenklinken en ik had het geluk dat mijn ouders een piano voor mij kochten. Mijn mama, zelf ook heel erg muzikaal, leerde me toen, net zoals de scène in de film, een liedje spelen. Mijn allereerste liedje op de piano leerde ik van mijn moeder en we zaten toen ook samen op het pianobankje.
Ik heb deze scène gezocht, maar helaas niet gevonden. Omdat ik jullie het liedje toch wil laten horen, heb ik onderstaande link toegevoegd.
Het tweede moment die me enorm heeft ontroerd was het moment dat de jongste dochter van Léa de tekening vindt van het vermoorde zoontje (Pierre). Aan de ene kant staat een mooie tekening met de woorden: ‘mama, ik zal altijd van jou houden’, en langs de ommezijde van het blad staan resultaten van een medisch onderzoek. Léa beseft dat er iets niet klopt en neemt die resultaten mee naar haar arts. Ze vraagt hem uit te zoeken wat die resultaten betekenen. De dokter schrikt enorm en vraagt of het om haar eigen kinderen gaat. Hij belooft haar te bellen met de exacte informatie. Deze scène is een keerpunt in de film. Het wordt stilaan duidelijk waarom Juliette haar eigen kind vermoordde. Ik kreeg rillingen en werd er zelf stil van. Meteen schoot de gedachte door mijn hoofd dat haar kindje ondraaglijk veel pijn leed en dat ze hem van zijn pijn heeft verlost. En ik begreep het! Het moet verschrikkelijk zijn om te horen dat je kind niet meer zal genezen, en dat je zelf niets kunt doen. Het moet voor Juliette heel erg moeilijk geweest zijn, ze zal het niet meer aangekund hebben om haar zoontje te zien lijden en heeft er zelf een eind aan gemaakt. Het ontroert me nu nog steeds als ik het hier neerschrijf.
De derde scène die ik wil beschrijven volgt op het vorige. Uiteindelijk belt de dokter naar Léa met het resultaat van het medisch onderzoek. Ze luistert alleen maar, en in haar ogen zie je dat het geen goed nieuws is. Niet veel later confronteert ze haar zus ermee: ‘waarom heb je nooit iets gezegd? We konden misschien nog geholpen hebben?’. In deze scène barst Juliette eindelijk uit. Voordien leek ze altijd heel erg rustig, afwezig, in zichzelf gekeerd. Nu barst ze in tranen uit en roept ze tegen haar zus: ‘wat konden jullie dan gedaan hebben?’. De emoties in deze scène zijn erg ingrijpend. Ik leefde helemaal met haar mee en ik moest meteen huilen. Zelfs als ik de scène opnieuw zie krijg ik kippenvel en beginnen mijn traankanalen zich te vullen met vocht. Eindelijk weten we waarom Juliette haar zoontje vermoord heeft. Je ziet hoeveel pijn het haar nog steeds doet, zelfs na 15 jaar. Ze onthult haar verhaal aan haar zus, die haar met zoveel liefde bijstaat. Ik denk dat er voor beide zussen een last van hun schouders is gevallen nu ze het verhaal kennen. En ook als kijker valt er precies iets van je af, eindelijk weet je wat er gebeurd is. Ik geloofde al de hele tijd niet dat ze zomaar haar zoon zou vermoord hebben. Ik heb deze scène gekozen omdat het gemengde gevoelens in mij naar boven brengt. Enerzijds begrijp ik Juliette, maar anderzijds is het heel erg om je eigen kind te doden. Op het einde van de film komt de man van Léa binnen en roept of iemand thuis is. Juliette antwoordt uiteindelijk met: ‘ja, ik ben er’ en zegt tegen haar zus: ‘ik ben er’. Daarmee bedoelt ze dat ze weer in het leven staat, dat ze verder moet, nu ze haar verhaal heeft kunnen doen kan ze weer verder met haar leven.  
Ik heb de laatste scène teruggevonden op youtube, je kan ze hier bekijken. Dit is wel dé onthulling van de film. Wie de film graag volledig wil zien, bekijkt deze scène beter niet.
De gevoelens die ik ervoer in de film hebben deels met mijn levenservaring te maken. Alleszins de scène met de piano. Muziek is een enorme passie die ik al sinds mijn kinderjaren ervaar. Ik zag mijn relatie met mijn mama ook terug opflakkeren en dat deed me nadenken over hoe snel het leven gaat. Mijn levensvisie is nog steeds dat je iedere dag als een nieuwe kans moet beschouwen. Ook al heb je iets heel ergs gedaan, die niet meer goed te maken is, toch moet je dat achter je laten en leren uit je fouten. Ik leef soms nog teveel in het verleden. Ik heb ook fouten gemaakt, zoals iedere mens, maar we moeten er iets mee doen. Uit het verleden kan je leren. Morgen is altijd een nieuwe dag, met nieuwe kansen, nieuwe mogelijkheden, nieuwe keuzes die je kunt maken, nieuwe mensen die je kunt ontmoeten, …  
De boodschap van de regisseur is volgens mij dan ook dat je na 15 jaar gevangenis toch opnieuw iets kunt opbouwen met je familie, je zus, maar vooral met jezelf. Juliette leert opnieuw nieuwe mensen kennen en leert relaties op te bouwen. Ze zoekt vaak de stilte en de rust op, maar ze mengt zich eveneens in de groep waardoor ze nieuwe contacten legt met mensen. Ze zoekt opnieuw werk, waardoor ze stilaan terug in het leven komt te staan. Ik denk dat de regisseur wil aantonen dat je, ondanks zware fouten te hebben begaan, toch terug kunt herbeginnen met je leven. En zoals ik hierboven al zei heeft dat ook met mijn levensvisie te maken.
Ik kan besluiten dat de visie van de regisseur enigszins gelijklopend is met mijn eigen persoonlijke kijk op het leven. Hij schildert het lijden wel af als een innerlijk proces. Juliette is volledig in zichzelf gekeerd en leert stapsgewijs zichzelf open te stellen voor nieuwe dingen. Dat is ook mijn kijk op hoe mensen lijden. Als je geconfronteerd wordt met een verlies, komt dat in de eerste plaats aan als een klap in je gezicht. Je wereld staat op zijn kop en niets is nog vanzelfsprekend. Je moet het evenwicht terugvinden in jezelf en dat gaat niet altijd meteen. Er zijn zoveel emoties die de kop opsteken waardoor je emotioneel uit evenwicht bent. Wat ik wel belangrijk vind is dat we die gevoelens moeten toelaten, alleen zo kunnen we het verdriet achter ons laten. Opkroppen veroorzaakt later dubbel zoveel verdriet. En dit hebben we ook gezien bij Juliette. De regisseur heeft het misschien zo willen vorm geven? Juliette beleeft haar verdriet innerlijk, maar uiteindelijk barst ze toch. En dan zegt ze: 'ik ben er' waarmee ze bedoelt dat ze nu kan verdergaan met haar leven.

Mens en ...: Filmbespreking

Film: Il y a longtemps que je t’aime
Toen ik in de lijst de films overliep, sprong ‘il y a longtemps que je t’aime’ er uit. De samenvatting sprak me meteen aan, en ik repte me naar de videotheek om de film te huren.
Ik raad je aan om via de onderstaande link de trailer te bekijken, zodat je mijn visie omtrent de film kunt volgen.
In de lijst vind je de film terug bij ‘mens en medemens’, maar ik heb deze film niet getiteld bij één van de vijf thema’s omdat ik vind dat de film bij meerdere thema’s past.
Allereerst wil ik de film analyseren in het thema ‘mens en samenleving’. Het is namelijk zo dat iedere mens in de samenleving vooruit moet met zijn leven. Het jachtige leven, zoals ik ook beschreven heb bij ‘mens en samenleving: kenmerk van onze samenleving’, rolt razendsnel voorbij. Ook na 15 jaar gevangenis moet Juliette haar leven weer op de sporen zetten. Ze moet opnieuw werk zoeken, alsook de liefde herontdekken, zich opnieuw inwerken in het typerende gezinsleven, …
Zoals ik al zei wordt deze film ondergebracht bij het thema ‘mens en medemens’. Hoe de mensen met elkaar omgaan kan zeker uit deze film gehaald worden. Ik vind het een mooi gebaar van Léa dat ze haar zus onderdak geeft. Uiteindelijk hebben ze elkaar 15 jaar niet gezien of gehoord, maar ze blijven wel zussen. Ik denk dat die bloedband hen ook weer dichter bij elkaar brengt. Juliette is in het begin erg gesloten tegenover haar medemensen, maar naarmate ze het vertrouwen terugwint bloeit ze langzaamaan open. In het begin doet ze nog wat moeilijk tegen de kinderen van Léa, maar ook hier groeit het vertrouwen langs beide kanten. Uiteindelijk leert ze de oudste dochter piano spelen. Ik vind Léa een enorme bewonderenswaardige vrouw. Ze is enorm menslievend en heeft veel vertrouwen in de mensen rondom haar. Ze wist niet waarom Juliette haar eigen zoon vermoord heeft, maar toch laat ze Juliette babysitten op haar kinderen. Haar man is daar natuurlijk niet mee akkoord, en op die manier ontstaan er ook wat ruzies tussen Léa en haar man.
Mens en zingeving is een volgend thema die ik wil toelichten aan de hand van een aantal passages in de film. Juliette moet opnieuw de dingen vinden in het dagelijkse leven die haar leven terug zin geven. Ze moet opnieuw in het leven geloven. Wanneer Léa en Juliette samen op de piano hun liedje spelen en zingen sprankelt er in beide zussen terug liefde en hoop voor elkaar, precies of ze elkaar op dat ogenblik pas echt teruggevonden hebben. Ook het moment waarop Juliette op café zit en voortdurend zit te kijken naar die ene man. Nadien vertelt ze aan haar zus dat ze zomaar seks heeft gehad met die man, om te weten hoe het voelde. Juliette gaat ook vaak op stap met Léa; ze gaan samen zwemmen of ze maken een wandeling met de kinderen. Ze vindt uiteindelijk ook werk waardoor ze toch de draad van het leven weer een beetje kan oppikken.
Bij het thema ‘mens en lijden’ kan ik ook enkele gebeurtenissen linken met de film. Allereerst heeft Juliette haar eigen zoon vermoord. Ze moet daar hoogstwaarschijnlijk erg van afzien. Op het einde van de film wordt duidelijk waarom ze haar eigen kind vermoordde, en je ziet ook het verdriet dat bij haar leeft. Ook de 15 jaar lange gevangenschap moet een lijdensweg geweest zijn voor Juliette. Ze zal vele eenzame momenten gekend hebben. Ze komt ook te weten dat haar vader gestorven is, en dat haar moeder zwaar dement geworden is. Haar ouders hebben het contact verbroken toen ze opgesloten werd voor moord. Ze vonden het een schande en deden alsof Juliette niet meer bestond. Het moet erg pijnlijk zijn dat je ouders je niet meer willen kennen. En het moet nog pijnlijker zijn niet te weten dat je vader al een aantal jaar gestorven is, en dat je geen afscheid hebt kunnen nemen. De man die ze leert kennen, waar ze haar formulieren moet gaan afstempelen, pleegt uiteindelijk zelfmoord. Dat had ze helemaal niet zien aankomen, omdat hij voortdurend zei dat hij op reis zou gaan naar de foto in zijn kantoor. Ook dan moest ze haar verdriet weer verwerken, en dat deed ze door te wandelen, een boek te lezen op een bankje in de stad, te gaan zwemmen met haar zus, …
Deze film bewijst voor mij dat het leven gaat met vallen en opstaan. Dat je altijd een nieuwe kans hebt om je leven weer op te bouwen. Elke dag is een nieuwe kans om je leven een andere wending te geven. Met de nodige hulp en (zelf)vertrouwen geraak je er wel. Wanneer je de rust in jezelf hebt teruggevonden, kan je alles weer aan. En vergeet het mooie spreekwoord niet: “Na regen komt zonneschijn!”

donderdag 27 december 2012

Mens en natuur: Welvaart zonder groei

Prof. Tim Jackson heeft het in onderstaand fragment over de hoop op een gedeelde en blijvende welvaart. Hij kaart het probleem aan dat we welvaart steeds linken aan geld en economische groei. “Dump het systeem of verniel de planeet” is de keuze die we volgens hem moeten maken. Recessie is noodzakelijk!
Ik zou willen dat jullie je een wereld in 2050 proberen voor te stellen, met zowat 9 miljard mensen, allen hopend op een Westers inkomen, en een Westerse manier van leven. Hoe ver en hoe snel moeten we dan vooruit? Hoe slim moeten we dan zijn? Hoeveel technologie hebben we dan nodig voor deze wereld om onze koolstofdoelen te halen?
Prof. Tim Jackson bewijst met zijn grafiek dat de koolstofintensiteit van de economische groei, voor de economie van nu, zich op ongeveer 770 gram koolstof bevindt. Als we echter de wereld in 2050 willen halen, zullen we een 130-voudige verbetering moeten bekomen om uiteindelijk bij 6 gram koolstof te eindigen. “Wie weet gaat het zover dat we een economie krijgen die koolstof uit de atmosfeer haalt? En dat zal tegen het eind van de eeuw wel noodzakelijk zijn”, aldus Tim Jackson, “Wat we ons in dit verhaal moeten afvragen is of de economie van nu in staat is deze verbetering te volbrengen?”

Ik vrees dat de economie van nu daar nog te weinig bij stilstaat, wat voor gevolgen dit hele verhaal kan/zal hebben. Dit is natuurlijk een langlopend project dat er niet zomaar in één, twee, drie zal staan. Ik weet niet goed hoe ik hierover moet denken. Ik ben een beetje bang dat het antwoord ‘verniel de planeet’ zal zijn. Vooraleer de economie zal beseffen dat er een grondige verandering zal moeten optreden, vrees ik dat ze al zullen te laat zijn. Daarom is zo’n spreker als prof. Tim Jackson belangrijk in dit hele levensverhaal. Cijfers tonen het aan, en dat is toch wat we tegenwoordig willen? We willen bewijsmateriaal, het moet wetenschappelijk bewezen kunnen worden. Deze grafiek levert het bewijs, dus waar wachten we nog op?

Waarom is het zo dat we dat, wat zo uitermate evident is, toch niet doen, om de klimaatsverandering aan te pakken?
Er zijn verschillende mogelijkheden om koolstof, energie en geld te besparen en daarmee de klimaatsveranderingen aan te pakken, zoals energie-efficiënte apparaten kopen, spaarlampen gebruiken, af en toe het licht eens uitdoen, onze huizen te isoleren. Maar toch doen we het niet. Hoe komt dat?
“[We are] persuaded to spend money we don’t have on things we don’t need to create impressions that won’t last on people we don’t care about.”
Een verhaal over ons, mensen, overgehaald om geld dat we niet hebben, uit te geven aan zaken, die we niet nodig hebben, om indrukken te creëren, die niet beklijven op mensen, waar we niet om geven.
Het is tegenwoordig inderdaad zo dat iedereen er wil bij horen. We willen niet uit de boot vallen, en onze kinderen iets ontzeggen wat (zogezegd) alle andere klasgenootjes wel krijgen. Mijn vader zou zeggen “’t is allemaal kuddegeest; als uwe vriend in de gracht springt, ga jij hem dan achterna springen?”. Mijn vader zegt altijd van die doordenkers. Hetgene wat hij zegt, mag je nooit letterlijk nemen, maar je moet als het ware door de woorden heen kijken, je moet ze omdraaien tot je een levensles bekomt. Datgene wat hij bedoelt met ‘uwe vriend achterna springen’, krijgt uiteindelijk de betekenis dat je niet zomaar iedereen doelloos moet achterna lopen, niet zomaar moet meezwemmen met de stroom. Het gaat erom dat ieder voor zich moet uitmaken wat belangrijk is voor hem of haar, los van wat anderen van je zullen denken. Wat prof. Tim Jackson hier zegt is gelijklopend met het ‘kuddegeestsyndroom’. We kopen namelijk dingen die we vaak niet nodig hebben, om er bij te horen; “Die van mijn klas heeft een nieuwe gsm, ik wil ook zo’n gsm”, “Het nieuwste computerspel wordt op de markt gebracht, het oude computerspel wil ik niet meer”. Al ons spaargeld moet eraan geloven, want we willen toch niet scheef bekeken worden. Het grootste huis, de nieuwste telefoon, de allermooiste gadgets, de snelste auto, de grootste televisie, en ga zo maar door. Allemaal om er (zogezegd) bij te horen, welzijn en rijkdom uit te stralen, laten zien dat je het goed hebt. We willen de anderen de indruk geven dat we ons de luxe kunnen permitteren. Maar zijn die anderen, op wie we een indruk willen nalaten, dan zo belangrijk?
Wie zijn we dan? Wie zijn deze mensen? Zijn wij deze nieuwigheidzoekende, hedonistische, zelfzuchtige individuen of zijn we af en toe ook iets als de onbaatzuchtige altruïst?
De psychologie zegt dat er steeds een spanning is tussen rekening houden met jezelf en rekening houden met de ander. Daarnaast is er ook een spanning tussen nieuwigheidzoekend gedrag en traditie en behoud.
Ik ben er mee akkoord dat wij als mens graag traditiegetrouw leven. We hebben nood aan nieuwigheden, maar aan de grondslag ligt vaak die diepgewortelde traditie, gewoonte. Daar willen wij als mensen moeilijk van afwijken, omdat we, zoals Tim Jackson het zegt, er onze families op die manier mee grootbrengen. Het gaat er bij deze niet om deze menselijke natuur te veranderen, maar wel om ons te leren openstellen om volledig mens te worden. En wat betekent het om mens te zijn/worden? Moet je een supersnelle wagen hebben om op te vallen? Moeten we veel geld verdienen om ‘rijk’ te zijn? Als we alle luxe afnemen, wat blijft er dan nog over van dé mens? Ik denk dat we onszelf pas ‘rijk’ mogen noemen als we liefde kunnen delen. We zullen niet alleen liefde voor elkaar moeten kunnen tonen, maar voor alles rondom je. Dat betekent dat we ook rekening moeten houden met de natuur, onze oorsprong.
Zo zijn er bedrijven die ecologische en sociale doelen voorop stellen, zoals de website ‘Ecosia’ die 80% van zijn inkomsten toekent aan de bescherming van ecologische bronnen (regenwoudproject). Dit bedrijf is een voorbeeld van hoe we zullen moeten investeren. Alleen zal het niet gaan om het streven naar consumptietoename, maar wel dat we zullen moeten investeren op het beschermen en onderhouden van de ecologische activa waar onze toekomst op berust.
Een Afrikaanse filosoof wees me op de gelijkenissen tussen deze kijk op welvaart en het traditionele Afrikaanse concept van ‘ubuntu’. ‘Ubuntu’ betekent ‘Ik ben omdat wij zijn’.
Welvaart is een gedeelde onderneming. Dit wil niet zeggen dat we ontwikkeling moeten tegenhouden. in de weg moeten staan. "Het gaat niet om het omverwerpen van het kapitalisme, ook niet het veranderen van de menselijke natuur. Het gaat er wel om dat we aan het hart van de economie een geloofwaardiger, robuuster, realistischere visie gaan plaatsen op wat het betekent mens te zijn" aldus Tim Jackson.

Ook het artikel van Peter Tom Jones en Vicky De Meyere haalt ongeveer dezelfde topics aan als prof. Tim Jackson. Volgens hen is een geleidelijke, maar radicale omkering van het huidige wereldsysteem noodzakelijk. Een dergelijke omkering noemen ze transitie. “Transitie is een traag proces dat zich zowel van onderuit als van boven af moet voltrekken en waar de inzet van alle maatschappelijke spelers, ook het middenveld, nodig is.”
Ik volg de mening van Peter Tom Jones dat de transitie moet leiden naar rechtvaardige duurzaamheid. Als we geen rekening houden met wat de aarde ons aanbiedt, dan zullen we het langzaam aan uitputten.
Als alle duurzame keuzes duurder blijven dan de niet-duurzame, dan denk ik dat het heel moeilijk is om mensen naar de goede kant te leiden. Het leven kost al geld genoeg, en daarom kiezen mensen graag voor iets die wat minder geld kost. Voortdurend met de trein reizen, kost veel geld bijvoorbeeld. Ik vind het ook nadeliger dan met de auto te gaan, maar dat is natuurlijk mijn mening. Je bent afhankelijk van anderen als je met de trein gaat, vind ik; er lopen vertragingen op, treinen worden geschrapt, geen goede treinverbindingen, enzovoort. Ik heb 3 jaar, elke week, met de trein naar mijn studentenstad gereisd, dus ik weet waarover ik spreek. Sinds ik een auto heb, gaat het allemaal makkelijker. Je hebt het dan alleen maar aan jezelf te danken als je ergens te laat aankomt. Het nadeel is dat je natuurlijk onverwacht in de file kunt staan, wat je dan met de trein weer niet hebt.
Daarom vind ik de strategie van de 4 E’s die Vicky en Peter voorop stellen een goede aanpak. Allereerst Enable of mogelijk maken, veronderstelt dat de overheid de duurzame keuzes aanreikt. Ik heb wel het gevoel dat er in veilige fietspaden toch flink wordt geïnvesteerd. Overal waar je komt, zijn ze de fietspaden aan het (her)leggen. Ook in Brugge hebben ze een gigantische fietsbrug gebouwd over de snelweg. Als tweede Encourage oftewel aanmoedigen, betekent dat de overheid duurzaam gedrag zou moeten belonen. Zo is er een aantal jaar geleden beslist om een fietsvergoeding te geven. De boodschap naar de mensen toe is dus: laat je auto staan, en ga met de fiets naar je werk! De derde E is Exemplify of ‘geef zelf het voorbeeld’. De overheid of andere grote organisaties zouden het goede voorbeeld moeten geven, zodat kleinere organisaties en wij als individuen dat voorbeeld kunnen/willen nastreven. En als laatste Engage of bijschaven van ons wereldbeeld om duurzaam handelen te ondersteunen.
Het is allemaal gemakkelijker gezegd dan gedaan, hé, zo’n gedragsverandering. Dat is toch mijn mening. Ik denk dat er nog veel werk aan de winkel is, vooraleer ze iedereen zullen meekrijgen in hun verhaal van duurzaamheid. Ik ben wel nog steeds van mening dat een mens niet gelukkiger wordt door zichzelf met luxe te omringen. Zoals Vicky het op het eind van het artikel ook zegt: “Op materieel en financieel vlak leven we gewoon minder ambitieus. In plaats daarvan hebben we het gevoel veel meer van het leven te kunnen genieten. Voor ons is duurzaam leven ook een rijker leven, mét een hoog levenscomfort”. Ik kijk echt op naar die mensen. Het is misschien echt wel het proberen waard!
Zoals ik al eerder zei in ‘mens en natuur: plaats van de mens’: “Verbeter de wereld, begin bij jezelf! Als iedereen dat zou doen, zou er sneller een verbetering tot stand komen. Het probleem is dat velen vaak denken dat anderen het wel zullen doen. Of nog een groter probleem: veel klagen en zagen, maar weinig die echt iets doen! Toch benieuwd hoe jij zelf iets kunt veranderen aan je levensstijl? Bekijk dan zeker het filmpje over energie besparen en pas jouw eigen levensstijl aan…

dinsdag 18 december 2012

Mens en lijden: reacties op lijden

Op welke manier reageren mensen als ze met lijden geconfronteerd worden?
De koestering van de herinnering
is de troost van het verlies.
Een stuk van mij is met jou weggegaan.
Een stuk van jou blijft in mij bestaan.
(bron: tekst op het doodsprentje van Bob Davidse)

Elk individu is uniek, en daarom zal elke lijdensweg ook anders zijn. Het is zoals een vingerafdruk, persoonlijk en uniek. In de rubriek ‘mens en lijden: lezing’ beschreef ik hoe kinderen rouwen. In feite kunnen we het model van William Worden ook toepassen bij volwassenen. Eerst is er het besef dat je iemand bent verloren, je zult het moeten accepteren. Daarna komt de ervaring met de gevoelens die erbij komen kijken. Het is belangrijk dat je je gevoelens toelaat, en ze niet onderdrukt. Dan volgt er het besef dat je verder moet met het gemis en de herinneringen van die overleden persoon, en als laatste stap moet je hoe dan ook weer verder met je leven, maar de overledene leeft verder in je hart.
Extra uitleg over deze vier stappen van rouwen kan je op onderstaande link nalezen.
In veel gevallen houden mensen zich in eerste instantie sterk voor de buitenwereld. Eens ze tussen vier muren alleen zijn, zullen ze misschien sneller huilen. Ik spreek nu wel vanuit mijn eigen ervaring. Maar zo voel ik het ook aan bij anderen. Op het moment dat iemand overlijdt, komt het natuurlijk aan als een slag in je gezicht, maar meestal houden mensen zich sterk tot de hele rompslomp voorbij is. Er moet een begrafenis geregeld worden, er komt zoveel bij kijken, dat je soms niet anders kunt dan sterk te zijn, gewoon voor jezelf. Dagen of soms zelfs weken later komt plots het besef dat het voorbij is, dat je die persoon nooit meer zult zien en dan komt de klap.
Het filmpje van het overleden zoontje Achille van Jeroen en Annelies vertelt dat, op het moment van de dood van het kindje, er toch een soort van energie aanwezig is die je sterk houdt. Achteraf begrijp je soms niet hoe je die week doorgekomen bent. Je hoofd staat daar op dat moment niet naar, zegt Jeroen, maar je krijgt uit onverwachte hoek een soort van energie. Je kunt ook niet alles alleen, daarom is het belangrijk dat verpleegkundigen of, in het geval van Jeroen en Annelies, een pastor de ouders begeleidt. Ine Pauwels, de pastor van het UZ Gasthuisberg te Leuven vertelt hoe zij de ouders bijstaat en in overeenkomst met de ouders een afscheidsmoment organiseert. Bekijk zeker het onderstaand filmpje, en zie zelf hoe de ouders en pastor Ine Pauwels omgaan met het afscheid van een pasgeboren kind.
Sommige mensen gaan naar het kerkhof, anderen bidden thuis voor de overledene, nog anderen branden een kaarsje om de overledene te herdenken in de kerk of thuis, en zo zijn er nog zoveel andere manieren om de dood te verwerken. Het staat nergens gedrukt wat je moet doen als iemand sterft. Zoals ik al had gezegd, is het een persoonlijke lijdensweg. Je moet vooral eerlijk zijn met jezelf, en durven hulp vragen als het nodig is. Je moet zelf ervaren hoe je met het lijden omgaat. Het is ook volledig cultuurgebonden. Zo is 2 november oftewel Allerzielen, de dag waarop wij, christenen, de doden herdenken; Allerzielen
Als laatste wil ik graag nog kort iets vermelden over orgaandonatie. Want ook dat komt er soms bij kijken bij een overlijden.
Vaak is het zo dat de naaste familie moet beslissen of de organen van de overledene mogen gebruikt worden. Indien de organen nog intact zijn kunnen ze een andere mens redden. Onlangs zag ik een reportage waarbij ze het belang van een donorregistratieformulier aankaarten, waarop staat of je donor bent of niet. Dat maakt het deels makkelijker voor de naaste familie die op zo’n moment een moeilijke beslissing moet nemen. Eén op zes families weigert namelijk. Lees meer hierover op de site van Re-Born to be Alive vzw 2009-2012: Alle info over orgaandonatie

maandag 17 december 2012

Mens en natuur: plaats van de mens

Wat is de plaats van de mens in de natuur?
Boeddhisme: “De mens kan zich niet gedragen alsof de aarde zijn eigendom is zodat hij ermee kan doen wat in hem opkomt. De aarde geeft ons een plek én wat nodig is om te leven.”
Christendom: “De natuur is ondergeschikt aan de mens: de mens heeft de verantwoordelijkheid over de natuur en de dieren. God is eigenaar van de natuur, maar de mens moet ervoor zorgen.”
Hindoeïsme: “Het is de plicht van ieder mens om altijd bezig te zijn met het verrichten van goede, eerlijke en oprechte daden. Van die goede daden profiteren andere mensen, dieren, planten en het milieu.”
Islam: “Alle planten en bomen zingen de eer van Allah. Een goede moslim gedraagt zich dus ook verantwoordelijk naar zijn omgeving. Wie ervoor zorgt dat medewezens uitsterven, moet in het hiernamaals verantwoording afleggen.”
Jodendom: “De mens mag dingen uit de natuur gebruiken, zoals eten, hout om huizen te bouwen, enzovoort. Maar wie de natuur kapot maakt, maakt God kapot. Als jullie dat doen, zal er niemand na jullie zijn om het te maken.”
Lees meer over godsdienst en de natuur op deze site: Lees dit: natuur en .... Je kunt in de linkermarge kiezen welke godsdienst je aanspreekt (vb: lees dit: islam).
Wat me meteen opvalt is dat zowat elke godsdienst de natuur erg belangrijk vindt. Elke God, al heeft hij een andere naam, heeft de natuur geschapen. Wij, als mensen, moeten die natuur eren, en er zorgzaam mee omgaan. De aarde is zogezegd in bruikleen, omdat er voor de nabestaanden nog steeds diezelfde natuur moet (over) zijn. We mogen de gewassen, voedsel gebruiken, maar we mogen de aarde op zich niet schaden. Het probleem van deze eeuw is dat we niet allemaal in God geloven, en daardoor waarschijnlijk de betekenis achter de natuur verwaarlozen. Zou het dan niet beter zijn voor de natuur als alle mensen (terug) religieus zouden worden?
De mens wordt een belangrijk gegeven in het leven, en vindt voortdurend nieuwigheden uit, meestal ten koste van de natuur. Het is niet voor niets dat de natuur af en toe beslist om eens te duelleren met de mens. Wat de mens moet beseffen is dat de natuur veel te machtig is om het duel te verliezen. Ik denk dat de natuur nog geen enkele keer verloren is, toen zij de strijd aanging met de mens. Elke vulkaanuitbarsting, aardbeving, orkaan, wervelwind, storm, enzovoort won de battle.

‘De natuur slaat terug’ is een song geschreven door H. Jekkers en K. Meinders en uitgebracht door ‘Kinderen voor kinderen’. Je kunt de songtekst hier bekijken. Wie het liedje wil beluisteren, kan op de site bij informatief op ‘bekijk de clip’ klikken.
Ik zelf geloof dat de natuur een heel krachtig en machtig gegeven is hier op aarde. De natuur waarover ik spreek geeft ons zuurstof om hier te kunnen overleven, geeft ons vruchtbare aarde om onze gewassen op te kweken, geeft ons water om te wassen (onszelf, kledij, voedsel) en te voeden. De natuur is de grote heerser van dit rijk, genaamd Aarde. En ik ben er zelf ook van overtuigd dat we allen beter ons best zullen moeten doen om de natuur in stand te houden. Vele mensen maken, zonder dat ze het ten volle beseffen, de aarde kapot. Ook ik was, vooraleer ik met deze opdracht begon, niet zo bezig met de natuur. Hoe  meer artikels ik lees, en opzoekingswerk ik verricht, hoe meer ik besef dat een volledige ommezwaai noodzakelijk is om de natuur te redden. Maar je weet wat ze zeggen hé: "Verbeter de wereld, begin bij jezelf!".
De schepping is nog niet af. Elk van ons draagt, door de manier waarop hij leeft, bij aan de kwaliteit van de schepping, ten goede of ten kwade. Thich Nhat Hanh

Gelukkig zijn er wel mensen die er iets aan willen doen. Die mensen zijn misschien in staat een deel van de bevolking te overtuigen om hun gedrag te veranderen. Dé oplossing zou zijn om het economisch model aan te passen, zodat grotendeels alle mensen overtuigd worden hun gedrag alsnog te veranderen.
Hemel, aarde en ik leven samen, en alle dingen en ik vormen een ondeelbare eenheid. Chuang Tzu

Voor wie het graag op een humoristische wijze wil leren, kan op onderstaande site 11 korte series bekijken van ‘The animals save the planet’ waar dieren tips geven over hoe je ecologischer kunt leven. Het tweede filmpje ‘use only the water you need’ vind ik een goeie J.

vrijdag 14 december 2012

Mens en natuur: mijn ecologische voetafdruk

Wat is jouw ecologische voetafdruk?
Om mijn ecologische voetafdruk te berekenen heb ik meegedaan aan de test op de website van de Standaard: Bereken uw ecologische voetafdruk - Doe de test
Toen ik het resultaat te zien kreeg, schrok ik enorm. Mijn ecologische voetafdruk bedraagt maar liefst 9,7 hectare, hetzij 97 000 vierkante meter. Dit is een schatting van de oppervlakte die ik jaarlijks gebruik om mijn levensstijl te verzekeren. Wetende dat het gemiddelde van de Belgen 8 hectare is, zit ik er met mijn grote voet nog 1,7 hectare boven. De oppervlakte waar iedereen recht op zou hebben (indien we enkel het rendement verbruiken van wat de aarde jaarlijks produceert) bedraagt 18 000 vierkante meter, oftewel 1,8 ha. Dit betekent dat ik een gigantische voet heb, monsterlijk op wereldschaal. Ik schaam me in naam van de natuur.
Nochtans ben ik helemaal zo niet opgevoed. Als zesde in rij van een bende van maar liefst negen kinderen heb ik goed geleerd hoe je duurzaam omgaat met de natuur. Zo gingen we bijna altijd met twee in bad, die gevuld was met water tot net onder onze buik, om water te besparen, en dat 1 of 2 keer in de week. Ook toen we later een douche hadden, riepen onze ouders vaak dat het nu wel genoeg was, omdat er straks geen warm water meer zou zijn voor iemand anders. Hoeveel keer dat mijn ouders tegen ons zeiden: “Doe die deur toe, ik ga niet het hele huis verwarmen, hoor!”. En als we de deuren openlieten, moesten we 5 minuten de klink vasthouden (met de deur toe natuurlijk) zodat we het zouden leren. Mijn vader was fruitkweker, dus hadden we altijd vers fruit. We woonden op het platteland, en gingen altijd groenten en fruit bij de boer halen. Dagelijks wandelden we (niet met de auto dus) naar de boer om 5 liter melk. Mijn moeder bakte alles zelf; brood, taart, … en wij vonden het fijn om haar te helpen. We aten nooit diepgevroren pizza, of gingen bitter weinig uit eten. Ik ben wel opgegroeid met het idee dat je van vlees sterk wordt, daarom aten wij uitsluitend vlees of vis. We hadden maar 1 auto en die werd voornamelijk gebruikt om ons naar onze hobby’s te voeren (muziekschool, twirling, fanfare, …). We gingen met de fiets naar school of soms met het openbaar vervoer. Ook toen ik op kot zat in Gent, ging ik met de bus naar het station, om mijn reis verder te zetten met de trein richting Gent, en de tram richting kot.
Sinds ik samenwoon met mijn vriend ben ik een stuk minder bewust bezig met de natuur. Vooral het feit dat ik heel graag onder de douche sta bijvoorbeeld, maakt me al een waterverspiller. Ik ga niet dagelijks onder de douche, maar als ik onder de douche sta, sta ik er zo lang onder als ik wil. Meestal en alleen als ik veel tijd heb (lees 5 minuten, geen kwartier hé, al zijn er waarschijnlijk wel die een kwartier zouden douchen). Ook als ik mijn tanden poets zou ik beter een beker water vullen in plaats van mijn hand onder de kraan te houden. En zo zijn er nog meer voorbeelden (lees ook Mens en natuur: hoe groen ben ik zelf?).
Zowel mijn vriend als ik zelf eten graag vlees of vis. We zijn geen van beiden vegetarisch, en wanneer ik al eens een gerecht maak met uitsluitend groenten en aardappelen of pasta, volgt al snel de vraag; “waar is het vlees?”. Het artikel in de Morgen van 09/04/2012 deed me er echter wel over nadenken: Ecologische voetafdruk na Dagen Zonder Vlees verkleind met 160 ha
De vastenperiode wordt vaak gelinkt aan geen of minder snoep eten, minder roken, minder chocolade, geen frieten. Voor de actie ‘Dagen Zonder Vlees’ proberen een heleboel mensen tijdens de vastenperiode minder vlees of vis te eten. Wie het 1 dag uithoudt bespaart toch al 11 vierkante meter op zijn ecologische voetafdruk. De meer dan 9000 deelnemers, die het ongeveer 40 dagen volhielden, bespaarden samen maar liefst 160 ha, wat ongeveer overeenkomt met een besparing van 160 miljoen liter water. Het zijn inderdaad mooie cijfers, wetende dat ze behaald werden door enkel en alleen geen of minder vlees te eten. Het is een mooi initiatief, een geschenk aan Moeder Natuur. De volgende vastenperiode ligt niet veraf meer, misschien is het een goede stimulans voor mezelf om het toch maar eens te proberen. Wie weet, valt het in de smaak.
Ook in het artikel over de Belgische voetafdruk staan verontrustende cijfers. Als we zo blijven doordoen, zal de mens zijn eigen bestaan vernietigen. ‘De wereld zal vergaan’; volgens de Maya’s zou dit binnen enkele dagen al zijn. Ik vrees, na het lezen van dit artikel, dat de wereld inderdaad zal vergaan. Niet nu in 2012, maar jaren later. En wij als mens zijn daar verantwoordelijk voor.